Spreektekst Ton Elias AO Luchtvaart d.d. 12-06-2013

Mdv, wie mijn bijdragen sinds ik woordvoerder wegverkeer en luchtvaart ben gevolgd heeft, ontwaart, naar ik hoop althans, een vaste lijn bij elk onderwerp: infrastructuur moet ten dienste staan van het verdienvermogen van Nederland. Groei van de economie en daarmee dus extra welvaart en werkgelegenheid, moeten centraal staan in ons denken. Altijd al – en zeker in tijden van crisis. Juist daarom is Schiphol als mainport van zulk groot belang; landelijk is de luchthaven goed voor 290.000 banen. Daarom is het essentieel dat de staatsecretaris niet alleen met haar hoofd bij de problemen op het spoor is, maar zeker ook tijd steekt in de luchtvaart. Met de geleverde Fyra’s die nu doelloos in Watergraafsmeer op een rangeerterrein staan is ca. 120 miljoen euro gemoeid, met Schiphol 26 miljard.- laten we de zaken dus vooral in het juiste perspectief blijven zien.  Met deze hartenkreet wilde ik maar eens beginnen.

Verder een aantal onderwerpen, te beginnen met de ‘shared vision’, waar wij de afgelopen weken geregeld over konden lezen. Hiermee wordt eufemistisch de deining tussen KLM en de Schiphol Groep aangeduid die ging over de interpretatie van het Aldersakkoord uit 2008, dat de toekomstige ontwikkeling van Schiphol vastlegde. Een in augustus opgetuigde commissie dacht een paar weken nodig te hebben om tot een akkoord te komen, maar dit duurde uiteindelijk meer dan 9 maanden, een zwaardere bevalling dan gedacht dus. Inmiddels ligt het akkoord er en dat is bijzonder belangrijk; 70% van de passagiers van Schiphol zijn afkomstig van KLM en haar partners en beide partijen zijn essentieel voor ontwikkeling van de luchthaven. Het akkoord betekent onder meer overeenstemming over extra investeringen, het aanwenden van gelden uit niet-luchtvaart activiteiten en de kwaliteit van het vluchtennetwerk. De bekostiging hiervan moet komen uit een kleine tariefsverhoging voor alle luchtvaartmaatschappijen op Schiphol. Mijn fractie is content met het akkoord en de extra investeringen; Schiphol en KLM hebben elkaar nodig in het belang van Nederland.

De bevoorrechte positie van KLM lijkt zich ook uit te strekken tot maatschappijen waarmee KLM een samenwerkingsverband is aangegaan, zoals bijvoorbeeld de Turkse budgetmaatschappij Pegasus. Dit tot grote ergernis van maatschappijen als ArkeFly en Easyjet die met een ongelijk speelveld te maken menen te krijgen. Ik hoor graag of de staatssecretaris dit ook als een probleem beschouwt en of zij ook een oplossing ziet. De VVD vindt dat sprake moet zijn van eerlijke en faire concurrentie. De extra vluchten in de komende jaren moeten onder andere worden opgevangen op vliegveld Lelystad. Belangrijk voor mij is om Lelystad niet te zien als een extra vliegveld naast Schiphol maar als een uitbreiding van Schiphol, eigenlijk meer als een soort vierde terminal. Ik wil over een jaar of tien aan een Amerikaanse of Chinese relatie kunnen vragen: kom je aan op terminal 1, 2, 3 of 4 – waarbij 4 dan Lelystad is. Dat betekent wel dat we het dus ook serieus moeten aanpakken de komende jaren met Lelystad. Ik hoor echter steeds bezorgdere geluiden vanuit de regio over de planning, waarbij belangrijke stappen in 2014 in het geding zouden zijn, graag nog een expliciete bevestiging dat aan de bestaande planning wordt vastgehouden. Over Lelystad bereiken me verder van betrokkenen in het zogeheten 5e segment serieuze bezwaren dat er NU simpelweg geen 40 kisten passen, dat douanefaciliteiten en brandweer onvoldragen zijn etc etc. Zijn die bezwaren reëel? En zo ja, zijn ze tijdig te ondervangen? Want laat volstrekt helder zijn: wij stellen deze vragen, anders dan sommige andere partijen hier aan tafel, niet om te filibusteren en het proces te vertragen of zelfs te verzieken, wij willen dat er een succes van wordt gemaakt.

De staatssecretaris heeft ons geschreven niet te kunnen en willen bijdragen aan het exploitatietekort op Maastricht Aachen Airport. Steun hiervoor van mijn fractie; een private luchthaven dient zelf zijn broek op te houden en daar is belastinggeld niet voor bedoeld. De provincie Limburg geeft echter louter wat extra tijd te willen, de staatssecretaris reageert daar enigszins aarzelend op, maar wanneer dat geen extra Rijksmiddelen vergt, vind ik dat we niet onnodig in de weg moeten lopen. Ook is het voor de toekomst van de luchthaven van belang om snel duidelijkheid te krijgen over de kosten van de luchtverkeersleiding; onderkent de staatssecretaris dit en probeert zij zo snel mogelijk tot deze duidelijkheid te komen? Vliegveld Twente ontvangt onder strikte voorwaarden tot 4.6 miljoen euro van het ministerie van I&M voor het afdekken van het exploitatietekort van de luchtverkeersleiding, hierdoor zou een privaat initiatief om het vliegveld te exploiteren, mogelijk worden. Volgens de staatssecretaris komt deze regeling overeen met de behandeling van luchthavens in Maastricht, Eelde en Rotterdam. Ik kan dit billijken; wel wil ik van de staatssecretaris de garantie dat zij slechts tot financiering overgaat wanneer zij vertrouwen heeft in de levensvatbaarheid van het project, zodat een eventuele bodemloze put wordt vermeden. Lelystad voelt zich echter juist weer achtergesteld door deze regeling; hoe ziet de staatssecretaris dat?

In de afgelopen maanden zijn er meerdere berichten verschenen over mogelijke voorvallen van onveiligheid in de luchtvaart, zoals mogelijk giftige lucht in de cockpit, het vliegen met te weinig brandstof en het nemen van veiligheidsrisico’s om kostenvoordelen te behalen door Ryanair. De individuele voorvallen zijn onderzocht en er zijn vooralsnog geen concrete aanwijzingen gevonden om de berichten gegrond te achten. Ik wil graag twee zaken benadrukken; 1. Waar nu onduidelijkheid bestaat, zoals bij de giftige dampen in cockpits, moet die worden weggenomen en wel zo snel mogelijk. En 2. Het is belangrijk om sentimenten en feiten gescheiden te houden; twee krantenberichten over onveiligheid maken de luchtvaart nog niet onveilig, zo zeg ik tegen bijvoorbeeld mijn gewaardeerde collega van de SP. Overigens vind ik het óók niet afdoende om bij iedere melding te bezien of aan regelgeving is voldaan, zoals in sommige brieven wel lijkt te gebeuren. Ook de regelgeving zelf moet constant tegen het licht worden gehouden. Het is immers niet uit te sluiten dat zaken voldoen aan de geldende regelgeving maar toch niet voldoende veilig zijn.