Spreektekst Ton Elias Algemeen Overleg Wegverkeer & Verkeersveiligheid d.d. 21-05-2013

Let op: Louter het gesproken woord geldt.

Mdv, het lijkt me passend om dit algemeen overleg te beginnen met het aantal dodelijke slachtoffers in het verkeer in 2012; er zijn weer minder doden te betreuren, nadat er in 2011 een lichte stijging optrad, en dat is natuurlijk goed nieuws. Nederland is én blijft zo nog altijd een van de meest verkeersveilige landen ter wereld. Wel zien we in andere Europese landen een scherpere afname. De minister schreef op 24 april jl. aan de Kamer dat we op koers liggen voor de doelstelling van maximaal 500 verkeersdoden in 2020. De SWOV ( de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid) geeft aan dit te betwijfelen. Kan de minister bevestigen dat zij denkt nog op koers te liggen voor 2020 en ziet zij nog mogelijkheden om tóch een scherpere daling te bewerkstelligen? Het hoge aantal 65-plussers dat om het leven komt in het verkeer baart mijn fractie zorgen. In september heeft de minister een aantal maatregelen aangekondigd om de verkeersveiligheid van ouderen te verbeteren; zijn deze inmiddels uitgevoerd en beschikt de minister al over cijfers van de effecten hiervan? Overigens blijkt uit de cijfers wederom dat de verhoging van de maximumsnelheid naar 130 km/u op een aantal snelwegen geen invloed heeft op het aantal dodelijke slachtoffers; dit is toch goed om hier aan te stippen, aangezien een enkele collega het tegendeel heeft beweerd.

Vanuit het Europees Parlement is het onzalige plan gekomen om ter beperking van de CO2-uitstoot per 1 januari 2014 de snelheid van nieuwe bestelbusjes te begrenzen op 120 km/uur, zo konden wij een paar weken geleden in de kranten lezen. Dit is ónder de Nederlandse maximumsnelheid en dus bijzonder onwenselijk met het oog op de doorstroming. Het Europees Parlement behoort zich ook in het geheel niet met ónze maximumsnelheden te bemoeien; niet rechtstreeks en ook niet via dergelijke milieutechnische omwegen. Deelt de minister mijn ongenoegen en zijn wij naar haar mening met een fait accompli geconfronteerd of bestaan er nog mogelijkheden dit belachelijke initiatief per kerende post van tafel te krijgen? Er blijven signalen komen over onduidelijke bebording op snelwegen waar een gedeelte van de dag 130 km/u mag worden gereden, mét of zonder bestelbusje. Sinds afgelopen vrijdag heeft de minister op mijn verzoek een videoschouw van de bebording op de A2 op de website van haar departement en ook op Youtube geplaatst. Ik nodig een ieder uit deze filmpjes te bekijken en met suggesties voor verbeteringen te komen waar er van onduidelijkheden sprake zou zijn.

Ook wil ik graag aandacht vragen voor rijden volgens de “Keep your lane”-systematiek. Dit is het uit de Verenigde Staten bekende systeem waarin auto’s langere tijd op dezelfde rijbaan blijven rijden en zo elkaar zowel links als rechts mogen inhalen. Beschikbare Nederlandse onderzoeken naar dit principe zijn echter minimaal van minimaal 20 jaar geleden en er zijn signalen dat er sprake is van de volgende voordelen:

– het lost grote ergernissen voor automobilisten op, zoals bumperkleven, onnodig links rijden, inhalende vrachtwagens

– door het oprukken van het gebruik van de cruise-control wellicht minder handelingen nodig voor de automobilist.

– minder onverwachte manoeuvres, daardoor minder ongelukken.

– bevordert doorstroming, files zullen naar verwachting afnemen.

– in het kader van beter benutten; het wegennet kan beter benut worden.

– langere uitvoegstroken op snelwegen dan twintig jaar geleden, toen dit nog één van de belangrijkste nadelen werd genoemd van het ‘keep your lane’-systeem.

Ik zou daarom graag een hernieuwd onderzoek zien naar de voor- en nadelen van het ‘Blijf in je baan’ in Nederland, door bijvoorbeeld de dienst Verkeer en Scheepvaart. Kan de minister dit toezeggen?

Uit rapporten en berichten van klokkenluiders bleek dit voorjaar dat er veel mis is met de opleiding van bestuurders van sommige voorrangsvoertuigen, dat zijn brandweer-, politie- en ambulancediensten wanneer ze met zwaailicht en/of sirene rijden. Politie en medische diensten lijken de opleiding redelijk op de rit te hebben, maar vooral bij de brandweer is, als de berichten kloppen, veel mis. Dit concentreert zich voornamelijk op de klachten dat de opleiding te kort is (soms krijgt men een halve dag, maar er wordt ook van een opleiding van slechts 15 minuten gesproken) en dat er niet op de openbare weg mag worden geoefend (In Amsterdam, waar dit wel mag, zijn de geluiden aanmerkelijk positiever). De in sommige gevallen als belabberd gekenschetste opleiding van de brandweer kan onzekerheid bij chauffeurs met zich meebrengen, het dientengevolge mijden van lastige routes en dus een langere aanrijtijd, met alle consequenties van dien. Ik stelde hier al eerder mondelingen vragen over; kan de minister toezeggen dit nader te onderzoeken en bij een bevestigend beeld met verbeteringen te komen, bijvoorbeeld door de opleiding voor ambulancebestuurders over te nemen?

Ik heb mij voorgenomen om iedere keer dat wij met de minister spreken over verkeersproblematiek, bijzondere aandacht te vragen voor innovatie. Dit is goed voor de automobilist én voor het bedrijfsleven. Zo is het dit jaar precies een eeuw geleden dat Henry Ford de lopende band invoerde bij zijn fabriek in Detroit en zo van de auto een massaproduct maakte, waardoor onze wijze van verplaatsen voor altijd veranderde. Gelukkig ziet de minister het belang van innovatie ook en heeft zij het programma ‘beter geïnformeerd op weg’ het licht doen zien, waarin een aantal maatregelen op het gebied van informatievoorziening aan burgers en technologie in auto’s wordt aangekondigd. Deze ontwikkelingen worden niet van bovenaf opgelegd, maar in samenwerking met het bedrijfsleven mogelijk gemaakt. Enkele maanden geleden is bijvoorbeeld een proef met het systeem ‘BlauwBlauw’ afgerond, waarin lampjes boven de binnenspiegel gaan knipperen wanneer er een voorrangsvoertuig nadert. Ook steunt de minister een website met bijbehorende app van Veilig Verkeer Nederland, waar verkeersdeelnemers gevaarlijke situaties kunnen registeren. Deze worden vervolgens aan politie, gemeenten en Rijkswaterstaat doorgespeeld. De VVD-fractie steunt de inzet van de minister op dit vlak en vraagt voortdurende aandacht voor het ondersteunen van dergelijke initiatieven. Niet financieel; wel door kennisoverdracht, coördinatie en het tonen van betrokkenheid.

In het veld leven veel vragen over de kwaliteit van vangrails, speciaal in middenbermen. Ik heb hier eerder vragen over gesteld en wil er vandaag wederom aandacht voor vragen; In Duitsland, België en Engeland worden op bepaalde wegen veel steviger vangrails gebruikt dan in Nederland en dit zou het gevaar op ongelukken kunnen verminderen en bijvoorbeeld wegsluitingen door ongelukken met vrachtwagens kunnen beperken. De minister was de vorige keer nog niet echt overtuigd van mijn argumenten, maar dat zal ongetwijfeld bij deze gelegenheid anders zijn. Ziet de minister ruimte voor een verkennend onderzoek naar de mogelijkheden en kosten van kwalitatief hoogstaande vangrails op risicolocaties?

Het wegslepen van, in het bijzonder vrachtauto’s bij ongelukken, duurt vaak extra lang doordat de aansprakelijkheid voor de verzekering moet worden vastgesteld. Onderwijl is de weg niet of nauwelijks bereikbaar, tot ergernis en overlast van andere weggebruikers. Kan de minister toezeggen in overleg met haar collega van Veiligheid & Justitie te bezien of er mogelijkheden zijn dit proces sneller te laten verlopen?

Bij de bezuinigingen op infrastructuur is toegezegd dat het potje voor onderhoud onaangeroerd zal blijven. Bij meerdere werkbezoeken ontving ik echter overtuigende signalen dat er wél wordt gesnoeid in het onderhoudsbudget. Wordt er slechts geschoven met geld of wordt er daadwerkelijk gekort, zo vraag ik de minister?

In het vorige Algemeen Overleg Verkeersveiligheid [d.d. 30-01-2013] heb ik aandacht gevraagd voor de schoolzones uit het VVD-verkiezingsprogramma, waarin ouders en kinderen veilig moeten kunnen lopen of fietsen en de automobilist te gast is. De minister zegde toe hier in de vorm van gesprekken met gemeentes en provincies voortvarend mee aan de slag te gaan; graag hoor ik de voortgang hiervan.

Dan als laatste onderwerp het CBR; Het doet mij deugd dat de minister de voortgang van de verbeteringen bij het CBR dermate groot acht dat zij per 1 juli a.s. het verscherpt toezicht opheft dat werd ingesteld na een waslijst van misstanden. Er zijn eerder door andere fracties vragen gesteld naar aanleiding van de aanpassingen van het motorrijbewijs en het schrappen van examens in de afgelopen winter, die maakte dat mensen in de nieuwe regeling terecht kwamen terwijl zij oorspronkelijk onder de oude regels examen zouden doen. Het CBR keert vanaf 1 april jl. 150 euro uit aan een ieder die zijn of haar examen niet op tijd heeft kunnen afleggen door het winterweer en dat is wat mijn fractie betreft voldoende. Het is voor betrokkenen bijzonder vervelend, maar het gaat niet aan om de schuld voor sneeuwval in Nederland in januari volledig af te wentelen op de belastingbetaler. Wel begrijp ik dat er nog veel onduidelijkheid bestaat bij mensen en instanties over de nieuwe situatie; wil de minister hier nog eens zorgvuldig naar kijken en eventueel voorlichtingsmateriaal verhelderen? Voor periodieke herkeuringen van mensen met aandoeningen die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden ziet mijn fractie graag dat het de burger zo overzichtelijk en efficiënt mogelijk wordt gemaakt, dus zo mogelijk bij een specialist laten herkeuren. Wel dient de veiligheid hier te allen tijden voorop te staan, dus eerst het advies van de gezondheidsraad afwacht, daarna pas de regels versoepelen.